Onderricht

Vijf ogen

We hebben vijf paar ogen. Het eerste paar gebruiken we om te zien. Licht en donker. Goed en kwaad. Jij en ik. De dingen. En hoe ze kunnen dienen. We doen dat met onze eigen ogen. Met onze eigen ogen kijken we diep in andere ogen. Toch geraakt onze blik moeilijk uit onze oogbal. Veel meer dan een spel van licht op retina, gefilterd door egoïsme, is deze blik niet. Wel handig, dat wel.

Het tweede paar ogen gebruiken we om te dromen. Overmoedig staren we in het oneindig. Hubble-telescoop. Quantum-fysica. Of we staren naar een wit doek, en maken zelf onze visie. Dat doen we alsof we goden waren. Goddelijke ogen. Of we keren de blik naar binnen. We passen verschillende brillen, en zien verschillende werelden. Met een kromming van ons bewustzijn, buigen we de blik en zien wat we denken, kijken naar het verleden en lezen de toekom

Het derde paar ogen is iets anders. Ze hebben niets gezien. Ze keken en zochten en vonden niets. Ze keken naar de hemel en vonden geen grens waar de blik tegen aan botst. Ze keken naar binnen en vonden geen ogen die terug keken. Toch kunnen ook deze ogen niets anders doen dan kijken, ook al zijn de ogen dicht. Het zijn kijkers zonder blik.

Het vierde paar ogen. In het duister van een bodemloze put kijken ze omhoog en zien alle dingen oplichten. Ze weten dat het dromen zijn, maar dromen zijn er om te koesteren. Dromen van vrijheid en medeleven, inzicht en liefde. Ik weet het wel, het is niet echt, maar het is wel werkelijk, zegt hun blik.

In één oogbol, een spel van licht op retina, een visie en een goddelijke droom. Een onpeilbare blik, die een ander licht werpt op de dingen, en ze doet baden in het licht van inzicht en medeleven. In deze regenboog van licht, wordt het vijfde paar ogen geboren. Ze kijken rustig voor zich uit, vertrouwend, open. Hun blik draagt en inspireert, vraagt maar eist niets. Stil spreken ze hun eigen taal, woordeloos.

Hun blik zegt alles.

Shaku Jinsen
Hermitage Onder het Bladerdek