Onderricht

Geboren Worden

‘Er is geen ontstaan, er is geen weggaan’. Zo staat het kort en bondig in de Hart Sutra. Ook staat er ‘er is geen toename, er is geen afname’ en ‘er is geen onzuiverheid, noch is er zuiverheid’. Althans, als je het bekijkt vanuit ‘het aspect leegte’.

Er is wel degelijk ontstaan en vergaan. Dingen komen erbij, en vallen dan weer weg. Het is soms moeilijk en lastig, soms is het makkelijk en aangenaam. Deze zaken bestaan.

Maar ze bestaan niet op zichzelf. Ze bestaan pas bij gratie van alle andere dingen. Soms zijn de onderliggende oorzaken en voorwaarden heel duidelijk.

De liefde tussen twee mensen voor de geboorte van een kind, een plotse ziekte voor het wegvallen van een leven. Soms zijn de oorzaken en voorwaarden heel ingewikkeld en diffuus. Soms is er geen liefde bij de geboorte van nieuw leven, soms glipt leven weg, zomaar. Dan toont zich ook de grens van ons weten. Soms weten we niet waarom, en toch gebeuren dingen. Die onwetendheid zorgt voor veel onrust en boosheid. We noemen het ‘onbegrijpelijk’ en ‘onrechtvaardig’.

Soms gebeurt er iets moois, ook zomaar. We kijken er naar en weten niet hoe het mogelijk is. En toch gebeurt het. Het is dezelfde onwetendheid, maar nu noemen we het ‘een wonder’, een ‘zegen’, of zelfs ‘een mirakel’.

De traditionele verhalen rond de geboorte van Sakyamuni Buddha zijn ‘wonder-verhalen’ rond de geboorte van nieuw leven. Ze lezen en herlezen leert ons terug kijken naar de wonderlijke onwetendheid van leven.

De tekst die je hieronder kunt lezen is een eigen Nederlandse vertaling van een klassieke Chinese tekst uit het Boeddhistisch canon. Het is een wonderverhaal. Ik lees hem elk jaar op de achtste dag van de vierde maan, als het volle maan is. Ik heb hem intussen al tientallen keren gelezen. Sommige stukken begrijp ik nog steeds niet. Maar dat geeft niet. Een wonder mag ongrijpbaar zijn. Wij mensen kunnen ook ons huis hebben in een geheim. Het is de allereerste act van een wonderbaarlijk mysteriespel.

De Geboorte van de Prins

De achtste dag van de vierde maand.
Een dag van helderheid en zachtheid.
Op deze dag wordt de bodhisattva, vervuld van alle zuivere deugden,
Geboren uit de rechterzijde van zijn moeder.

Net als de opkomende morgenstond,
Verschijnt hij in deze wereld.
Zijn gestalte is welomlijnd en duidelijk,
zijn licht is zacht en aangenaam.
Zoals de maan aan de avondhemel,
straalt zijn licht.
Uitnodigend om eindeloos naar te kijken,
zacht en helder.

Zijn hart is opperste zuiverheid.
Geen aarzeling, geen onrust.
Zeven stappen zet hij.
Onwankelbaar, zijn voeten stevig op de grond.
Schitterend als zeven sterren.

Hij schrijdt als een leeuw, koning der dieren,
zijn blik reikt over de vier windstreken.
De ware betekenis van alle dingen doorgrondend,
weerklinken zijn woorden:

‘Deze geboorte is de geboorte van een verlichte,
dit is mijn laatste geboorte.
Met dit leven,
wil ik alles dragen.’

Vanuit de hemel,
dalen twee heldere stromen neer,
één is warm en zegenend,
de ander is koel en zalvend.

Hij wordt neergelegd in een juwelen-paleis,
op een bed van lapis lazuli,
de vier stijlen van zijn bed geschraagd
door de hemelse koningen, in hun handen gouden bloesems.

Boven hem zweven hemelingen
met een baldakijn bezet met edelstenen.
Ze heffen een lofzang aan over zijn schittering,
en sporen hem aan tot de verlichting.

De draken-koningen verheugen zich,
en dorsten naar zijn verheven onderricht.
Eerst dienden ze de zeven Boeddha’s van het verleden,
nu verwijlen ze bij de geboorte van de Bodhisattva.

Mandhara-bloesems dalen neer uit de hemel,
en brengen hem met heel hun bloemen-hart hulde.
De aldus-gekomene is in deze wereld verschenen,
alle hemelingen zijn vervuld van diepe vreugde.

Onthecht van wereldse gevoelens,
Maar vervuld van vreugde en blijdschap:
Aan alle levende wezens op deze zee van onrust,
Nu is eindelijk de bevrijding in zicht!

Shaku Jinsen
Hermitage onder het Bladerdek