De titel van de eerste tekst die we in 2021 willen bespreken luidt in vertaling ‘Basisbeginselen van Verstilling en Contemplatie tijdens zittende meditatie’. De tekst werd opgesteld ergens tussen 571 en 594, en is van de hand van Zhi Yi ( 538-597). Zhi Yi is één van de grootste figuren uit de geschiedenis van het Chinese boeddhisme en wordt beschouwd als de de facto stichter van de Tiantai-school. Zijn denken munt uit in omvattendheid. Hij wilde een grote synthese van alle boeddhistische ideeën die in zijn tijd circuleerden bewerkstelligen. Als basis koos hij de Lotus-sutra, die hij uitvoerig becommentarieerde. Hij hechtte echter ook veel belang aan de praktijk van meditatie. Daarvoor ontwikkelde hij zijn eigen systeem dat hij aanduidde met het binomen ‘zhi guan’, verstilling en contemplatie. Dit werkte hij uit in een drietal geschriften. Het werk dat we hier bespreken is daar één van. Het bestaat uit tien hoofdstukken waarin, naast het basisidee van verstilling en contemplatie, ook allerlei praktische zaken aan bod komen. Hoe moet je beginnen met meditatie? Hoe moet je zitten? Wat als het niet lijkt te lukken? Door deze praktische aard werd het boek beschouwd als een handige samenvatting van alle ervaringswijsheid rond meditatie, en werd het ook gelezen en bestudeerd door veel andere scholen van het Chinese boeddhisme. Het werd ook als een brontekst opgenomen in de scholen van het Koreaanse en Japanse boeddhisme. Het kan dus met recht een klassieker van het Oost-Aziatisch boeddhisme genoemd worden.
Zhi Yi benadrukte de noodzaak van het samengaan van studie en praktijk. De studie van het boeddhisme was het kader waarin de praktijk van meditatie plaatsvond. Meditatie was de manier om de studie te verinnerlijken. Beiden waren volgens Zhi Yi nodig om tot volheid van beoefening te komen. Wie niet studeert, riskeert de eigen subjectieve inzichten zomaar tot waarheid te verheffen. Wie niet praktiseert, riskeert te vervallen in lege discussies en haarkloverij. In beide gevallen leidt dit altijd tot hoogmoed, afgunst en concurrentie. Het samengaan van studie en praktijk is dus niet enkel nodig voor de eigen groei, maar is essentieel in het voortdurend proces van verbondenheid en verdieping van het leven zelf.
Shaku Jinsen
Hermitage onder het Bladerdek